Het sluiten van materiaalkringlopen en het verminderen van de winning van hulpbronnen wordt beschouwd als de basis van de circulaire economie die milieuwinst oplevert. Tegenwoordig worden bepaalde materialen met grote milieueffecten, zoals kunststoffen, hoog op de circulariteitsagenda geplaatst.
In dit proefschrift wordt de marktacceptatie van circulaire kunststoffen geanalyseerd. Ten eerste wordt de huidige - veelal lineaire - markt voor kunststoffen in de Europese Unie geanalyseerd. We vinden dat marktfalen en onzekerheden leiden tot uitgestelde en afgeschaalde private investeringen in recyclingfaciliteiten voor kunststoffen. Bijgevolg concluderen we dat de falende en onzekere markt overheidsinterventie nodig heeft. Ten tweede worden mogelijke overheidsinterventies geanalyseerd die het marktfalen verlichten en de huidige onzekerheden verminderen. Overheidsinterventies kunnen zowel op stimulerende als op regulerende maatregelen gebaseerd zijn. De Vlaamse overheid treedt reeds op als stimulator. Al meer dan twee decennia wordt een belasting geheven op de verbranding van kunststofafval. Wij stellen vast dat deze belasting de productie van industrieel kunststofafval vermindert, maar geen investeringen in recyclagefaciliteiten teweegbrengt. Verwacht wordt dat beleidsmaatregelen op basis van regelgeving aan belang zullen winnen in het streven naar een circulaire economie. In het meest recente actieplan voor circulariteit van de Europese Commissie wordt een beleid gesignaleerd om het gebruik van gerecyclede kunststoffen verplicht te stellen. Het verplichten van het gebruik van gerecyclede kunststoffen kan de circulariteit van kunststoffen effectief mogelijk maken. Het zou echter ook een schokgolf op de markt teweegbrengen, vooral omdat o.a. de implementatietijd van een dergelijk beleid onzeker is. Wij onderzoeken hoe bedrijven optimaal kunnen investeren in het gebruik van gerecycleerde kunststoffen in aanwezigheid van beleidsonzekerheid.
We concluderen dat de Europese markt in staat zal zijn om met succes circulaire kunststoffen in te voeren. Stimulerend beleid, zowel op basis van stimulansen als op basis van regelgeving, blijkt echter essentieel te zijn in dit adoptieproces. Er zal dus behoefte zijn aan een combinatie van beleidsmaatregelen om het onophoudelijke massale verbruik van kunststoffen voor eenmalig gebruik, dat schadelijk is voor het milieu, te voorkomen.