Biogebaseerde kunststoffen komen alsmaar meer voor in diverse consumptiegoederen. Na gebruik belanden deze vaak in technische recyclageketens. Biogebaseerde kunststoffen verschillen van kunststoffen gebaseerd op fossiele grondstoffen en zouden de huidige kunststofrecyclage kunnen verstoren, en daardoor het sluiten van kunststofketens kunnen verhinderen.
Gezien de huidige focus op een transitie naar een circulaire economie is dit onwenselijk. In deze studie is dit risico ingeschat aan de hand van drie uitgewerkte case studies en met data en informatie verkregen uit een uitgebreid bronnenonderzoek. Er zijn geen risico’s gevonden die gelden voor biogebaseerde kunststoffen in het algemeen. Veeleer is het zo dat elk type biogebaseerde kunststof te beschouwen is als een afzonderlijke mogelijke bron van contaminatie in de huidige recyclagepraktijken.
Voor PLA (polymelkzuur) is er een ernstige incompatibiliteit met PET (polyethyleentereftalaat) bekend, dus kunnen toekomstige risico’s begroot worden door de hoeveelheden PLA die terecht komen in PET afvalstromen te meten. Voor PHA (polyhydroxyalkanoaat) stelt zich momenteel geen risico, maar het is cruciaal om toekomstige ontwikkelingen van toepassingen te monitoren.
Voor PEF (polyethyleenfuranoaat) is een aanpak voor contaminatie-gerelateerde kwesties inbegrepen in de op handen zijnde marktintroductie. Voor beleidsontwikkeling is het belangrijk dat elke introductie van nieuwe kunststoffen goed begeleid wordt vanuit een systeemperspectief en met bijzondere aandacht voor incompatibiliteiten met huidige en toekomstige praktijken in kunststofrecyclage.