Autodelen wordt gezien als een oplossing die kan bijdragen tot de vermindering van zowel de vraag naar materialen als de uitstoot van broeikasgassen door auto's. Het succes van het autodelen om deze vermindering tot stand te brengen, hangt evenwel minstens gedeeltelijk af van de impact van het autodelen op het autobezit en -gebruik. In dit onderzoek hebben wij vastgesteld dat autodelen het autogebruik slechts doet dalen indien een beduidend aantal gebruikers als gevolg van het autodelen een auto opgeeft; het beleid zou bijgevolg het autodelen alleen moeten bevorderen wanneer het tegelijkertijd het autobezit ontmoedigt.
Bestaande studies hebben methodologische beperkingen
Een aantal studies heeft de veranderingen in het autogebruik onderzocht; de grote meerderheid van deze studies is echter gebaseerd op rechtstreekse peilingen bij gebruikers van autodelen over hun gedragsverandering. In dit onderzoek hebben wij de impact van het autodelen op het autogebruik geraamd op basis van een peiling bij zowel gebruikers als niet-gebruikers van autodelen in Vlaanderen en Brussel, aan de hand van statistische methodes. Wij hebben bovendien een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de impact op het autogebruik en op het autobezit, en de relatie tussen de twee onderzocht. De bijdragen zijn dus tweevoudig: eerst beschrijven we een nieuwe, meer robuuste methode voor de raming van de impact van het autodelen op het autogebruik; vervolgens belichten we het belang van de impact van het autobezit voor de raming van de globale wijziging van het autogebruik.
Bij de gebruikers die een auto opgeven, valt het autogebruik beduidend terug; bij de anderen neemt het autogebruik toe
In de steekproef van ondervraagde gebruikers had tussen 13% en 69% van de gebruikers van autodelen een auto minder als gevolg van het autodelen. De gemiddelde impact van het autodelen op de met de auto afgelegde kilometers varieerde met een daling met 54 km per gebruiker en per week (in de veronderstelling van het grootste effect op het autobezit) tot een toename met 24 km per gebruiker en per week (in de veronderstelling van het kleinste effect op het autobezit). Autodelen kan dus het autogebruik verminderen of verhogen, afhankelijk van het effect van het autodelen op het autobezit.
Deze studie belicht ook de noodzaak van meer kwantitatieve studies van de impact van het autodelen, met meer en betere gegevens. Er is onder meer nood aan gegevens over het reisgedrag van zowel gebruikers als niet-gebruikers van autodelen in de tijd; dergelijke gegevens kunnen in samenwerking met bedrijven voor autodelen worden verzameld.
Om het autogebruik en de milieu-impact te verminderen, moet een beleid dat het autodelen bevordert, worden aangevuld met een beleid om het autobezit te ontmoedigen
Indien het autodelen slechts een kleine impact op het autobezit heeft, bestaat het gevaar dat het autodelen het autogebruik in de hand werkt en dus de druk op het milieu vergroot. Bijgevolg moeten de beleidsmakers op hun hoede zijn voor het bevorderen van het autodelen zonder tegelijkertijd het autobezit en/of het autogebruik in het algemeen te ontmoedigen. Hierna volgens enkele beleidsopties die dit kunnen bewerkstelligen. Ze vormden echter geen expliciet onderdeel van deze studie, zodat bijkomend onderzoek nodig is om hun haalbaarheid en effectiviteit te bevestigen.